Veelgestelde vragen

Nee, praktijkonderwijs is regulier voortgezet onderwijs.

Het praktijkonderwijs is een relatief kleine schoolsoort. Ongeveer 3% van de middelbare scholieren gaat naar praktijkonderwijs. De kans is dus groot dat je niemand kent die naar het praktijkonderwijs gaat.

Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen vmbo basis en praktijkonderwijs. Bij vmbo basis krijgen leerlingen meer theorievakken dan bij praktijkonderwijs.

Verder lopen leerlingen van vmbo basis in totaal een aantal weken stage. Leerlingen van praktijkonderwijs lopen gedurende de hele bovenbouw een aantal dagen per week stage. In het praktijkonderwijs zijn de stages dus echt een onderdeel van de opleiding.

De opleiding vmbo basis wordt afgesloten met een centraal eindexamen. Het diploma geeft recht op doorstroom naar mbo niveau-2. De leerlingen zijn kwalificatieplichtig, dus ze moeten minimaal een mbo niveau-2-opleiding behalen.

Leerlingen van het praktijkonderwijs kunnen tijdens hun opleiding tal van branchecertificaten en op sommige scholen ook praktijkverklaringen behalen. Dit zijn landelijk erkende bewijzen van de kennis, vaardigheden en processen die de leerling op school en tijdens de stages heeft geleerd.

De leerlingen maken geen centraal eindexamen, omdat ze een individuele leerroute hebben doorlopen. Het praktijkonderwijs wordt afgesloten met een schooldiploma, voorzien van een portfolio waarin staat welke kennis en vaardigheden een leerling heeft opgedaan en welke certificaten en verklaringen het heeft behaald. Het schooldiploma is geen diploma waarmee je automatisch kunt doorstromen naar het mbo.

Leerlingen van het praktijkonderwijs zijn niet kwalificatieplichtig, waardoor veel leerlingen na het praktijkonderwijs uitstromen naar werk.

Op veel scholen voor praktijkonderwijs kunnen leerlingen in het laatste jaar van het praktijkonderwijs een mbo niveau-1-diploma (entreediploma) halen. Dit diploma geeft wel recht op rechtstreekse doorstroom naar mbo niveau 2.

Op scholen voor praktijkonderwijs werken stagebegeleiders die alleen maar bezig zijn met de begeleiding van leerlingen bij stage en werk.

De pro-scholen hebben veel contacten met werkgevers in de regio. De stagebegeleider onderzoekt samen met je kind wat een geschikte stageplaats is. Het is belangrijk dat de stageplaats past bij je kind en bij de praktijkvakken die je kind volgt. De stagebegeleider houdt je kind hierbij een realistisch toekomstperspectief voor.

Het kan zijn dat je kind op een stageplaats terechtkomt waar het zelf nog helemaal niet aan had gedacht of die het nog niet kent. Op deze manier kan je kind ontdekken wat zijn eigen talenten en interesses zijn.

Tijdens de stage brengt de stagebegeleider regelmatig een bezoek aan de stageplaats. De stagebegeleider spreekt dan samen met je kind en de praktijkbegeleider over de voortgang, de leerdoelen en wat wel en nog niet goed gaat. Verder wordt gekeken wat je kind nodig heeft om het maximale uit de stage te halen, zodat je kind zich optimaal kan ontwikkelen.

De mentor is het directe aanspreekpunt van je kind. De begeleiding van de mentor is in vergelijking met andere middelbare schoolsoorten intensiever.

Daarnaast heeft elke pro-school een zorgteam, bestaande uit onder meer een zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werker en orthopedagoog. Zij kunnen je kind helpen op sociaal-emotioneel gebied. Ook onderhouden zij contacten met eventuele hulpverleners die bij je kind betrokken zijn.