Scholen voor praktijkonderwijs

Kengetallen scholen voor praktijkonderwijs

  • Totaal aantal pro-scholen: 177 scholen
  • Kleinste pro-school: 24 leerlingen
  • Grootste pro-school: 351 leerlingen
  • Gemiddeld per pro-school: 166 leerlingen
  • De meeste pro-scholen vallen onder een schoolbestuur met meerdere schoolsoorten. 10 pro-scholen zijn eenpitter. 1 zelfstandig pro-bestuur is meerpitter, met 4 pro-scholen.

Pro-scholen kunnen jou adviseren over het herkennen van pro-leerlingen. Zij kunnen met je meedenken over welke lesstof je aan deze leerlingen kan aanbieden en op welke wijze je de leerlingen het beste kan begeleiden binnen het basisonderwijs of het speciaal (basis)onderwijs.

Verder kunnen zij je adviseren over op welke manier je de toekomstige pro-leerlingen goed kunt voorbereiden op de overgang naar het praktijkonderwijs, zodat de overgang soepel verloopt. Doe dus geen aannames, maar neem contact op met de pro-school.

Nee, elke pro-school is anders. Niet alle pro-scholen bieden dezelfde richtingen aan. Welke richtingen een school aanbiedt, is onder meer afhankelijk van de grootte en de ligging van de school. Verder wordt op de ene pro-school meer nadruk gelegd op uitstroom naar werk, en op de andere op uitstroom naar het mbo.

Vaak valt er dus wat te kiezen, vooral in gebieden waar meerdere pro-scholen liggen, zoals in grote steden. Leerlingen en hun ouders kunnen dan rondkijken op meerdere scholen. In sommige gebieden ligt echter maar één pro-school. Het is goed om leerlingen en ouders hierover te informeren.

Docenten die binnen het praktijkonderwijs werken, kiezen vaak heel bewust voor deze leerlingen. Er wordt gewerkt in kleine klassen, waardoor de docenten de leerlingen echt kennen en zij het verschil voor hen kunnen maken. De docenten van het praktijkonderwijs zijn ervaren in het aanbrengen van structuur en zijn pedagogisch didactisch sterk. De docenten zijn gedreven om de leerlingen goed voor te bereiden op hun toekomstige rol in de maatschappij.

Binnen het praktijkonderwijs werken twee soorten docenten:

  • AVO-docenten. AVO staat voor Algemeen Vormend Onderwijs. AVO-docenten geven theorievakken, zoals Nederlands, Engels, rekenen en culturele vorming. Je kunt AVO-docent worden met een onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs of met een eerste- of tweedegraads onderwijsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs.
  • Praktijkvakdocenten. Praktijkvakdocenten zijn vaak bevlogen vakmensen met ruime werkervaring binnen de sector waarin zij lesgeven, zoals metaalbewerking of horeca. Voor het geven van een praktijkvak is echter ook een onderwijsbevoegdheid nodig.

In de praktijk is deze scheiding echter niet zo scherp. Vaak is een AVO-docent ook praktijkdocent.

Op pro-scholen werken stagebegeleiders die zich volledig richten op de begeleiding van leerlingen bij stage en werk. De pro-scholen hebben veel contacten met werkgevers in de regio. De stagebegeleider onderzoekt samen met de leerling wat een geschikte stageplaats is, passend bij de leerling en de praktijkvakken die de leerling volgt. De stagebegeleider houdt de leerling hierbij een realistisch toekomstperspectief voor. Soms komen leerlingen op stageplaatsen terecht waar ze zelf nog helemaal niet aan hadden gedacht of die ze nog niet kenden. Op deze wijze kunnen de leerlingen ontdekken wat hun eigen talenten en interesses zijn.

Tevens let de stagebegeleider erop dat de leerling en de praktijkbegeleider van het stagebedrijf bij elkaar passen. Tijdens de stage brengt de stagebegeleider regelmatig een bezoek aan de stageplaats. De stagebegeleider spreekt dan samen met de leerling en de praktijkbegeleider over de voortgang, de leerdoelen en wat wel en nog niet goed gaat. Verder stemt de stagebegeleider met de praktijkbegeleider af wat de leerling nodig heeft om het maximale uit de stage te halen en zich optimaal te ontwikkelen.

Het directe aanspreekpunt van de leerling is de mentor. De begeleiding van de mentor is in vergelijking met andere middelbare schoolsoorten intensiever. Daarnaast heeft elke pro-school een zorgteam, bestaande uit onder meer een zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werker en orthopedagoog. Zij bieden hulp aan leerlingen op sociaal-emotioneel gebied. Ook ondersteunen zij docenten bij de aanpak van psychosociale problemen van leerlingen en onderhouden zij contacten met eventuele hulpverleners die bij de leerling betrokken zijn.