Speciaal (basis)onderwijs

Het beleid van de overheid is erop gericht dat zo veel mogelijk leerlingen naar een reguliere basisschool gaan. Soms kan een basisschool echter niet de ondersteuning bieden die een leerling nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld omdat een leerling veel moeite heeft met leren en/of gedragsproblemen heeft.

Speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs kunnen dan een oplossing zijn. Voor beide voorzieningen is een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband nodig.

Speciaal basisonderwijs

Het speciaal basisonderwijs is bedoeld voor leerlingen met lichte problematiek die zich in het reguliere onderwijs niet optimaal kunnen ontwikkelen. In het speciaal basisonderwijs krijgen leerlingen les in kleinere klassen, waardoor zij minder prikkels krijgen. Ook krijgen zij meer aandacht van de leerkracht. Binnen de school is veel expertise aanwezig.

Het speciaal basisonderwijs valt onder de Wet op primair onderwijs (WPO). De scholen hebben dezelfde kerndoelen als het reguliere onderwijs, maar de leerlingen krijgen meer tijd om deze doelen te bereiken.

Speciaal onderwijs

Het speciaal onderwijs is bedoeld voor leerlingen met een zwaardere ondersteuningsbehoefte. Het gaat meestal om leerlingen met een beperking, ziekte of stoornis.

Het speciaal onderwijs is verdeeld in vier clusters, namelijk:

  • Cluster 1: onderwijs aan blinde en slechtziende kinderen.
  • Cluster 2: onderwijs aan dove en slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraak-taalproblemen.
  • Cluster 3: onderwijs aan kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en langdurig zieke kinderen.
  • Cluster 4: onderwijs aan kinderen met ernstige gedragsproblemen of psychiatrische problemen.

Het speciaal onderwijs valt onder de Wet op de expertisecentra (WEC). Het onderwijs is dan ook gericht op de kerndoelen uit de WEC.

Uitstroom naar praktijkonderwijs

Het is mogelijk om vanuit het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs uit te stromen naar het reguliere praktijkonderwijs. Het grootste gedeelte van de leerlingen op het praktijkonderwijs is zelfs afkomstig van het speciaal basisonderwijs.

Als je als leerkracht in het so of sbo een schooladvies praktijkonderwijs overweegt, is het van belang om goed na te gaan of praktijkonderwijs inderdaad het meest passend is voor de betreffende leerling. Naar het praktijkonderwijs gaan leerlingen met een IQ tussen de 55 en 80 en met een leerachterstand van minstens drie jaar op minimaal twee of meer domeinen van taal en rekenen.

Leerlingen gaan dus naar praktijkonderwijs op basis van IQ en niet op basis van gedrag. Als een leerling moeite heeft met leren, maar gedragsproblemen bovenliggend zijn, dan is praktijkonderwijs in het voortgezet speciaal onderwijs wellicht meer passend.

Schooladvies en toelating